Arie Jonkers: Tuinman met wortels in het Bosbad
Arie Jonkers is al van jongst af aan een trouwe bezoeker van het Bosbad. Als kind heeft hij er nog zijn zwemdiploma gehaald. Met zijn vrouw Linda is hij al die jaren een trouwe bezoeker van het bad gebleven. Toen hem vorig jaar gevraagd werd om als tuinman mee te draaien met de onderhoudsploeg hoefde hij niet lang na te denken. “Het Bosbad is voor ons een soort tweede achtertuin.” Inmiddels is Arie, gepensioneerd machinist, bezig met zijn tweede seizoen als tuinman en het verveelt hem nog zeker niet.
Waarom werd je tuinman bij het Bosbad?
“Linda en ik horen bij de vaste kern van de bezoekers. Al vanaf ik me kan herinneren kopen we elk jaar een abonnement. Als het een béétje weer is zoeken we het water op.” Twee jaar geleden was het Bosbad op zoek naar vervanging voor Ton Schut. Die hield er na jaren tuinieren voor het Bosbad mee op. Dirk van der Starre, toen nog badmeester, wist dat Arie zou stoppen bij de spoorwegen. “Toen Dirk me vroeg heb direct ‘ja’ gezegd en daar heb ik nog geen spijt van. In het begin van het seizoen ben ik zo’n 16 uur per week aan het werk. Dat is wel even wennen. Als machinist deed ik m’n werk zittend. Nu sjouw ik volle kruiwagens tegen het hoogje op. Dat voel je wel in je spieren.”
18 maart is de onderhoudsploeg begonnen met de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. Wat zijn precies je werkzaamheden?
“Voordat het seizoen begint moet overal de schoffel doorheen zijn gehaald. We zijn begonnen met het opruimen van het afgevallen blad en nu bezig om de perkjes om het bad heen netjes te maken.” Niet alle werkzaamheden zijn even effectief: “De tegels moeten goed schoon zijn. Het onkruid moet ertussen uit, de groene aanslag eraf. Hans had daar een goedje voor gekocht. Dat zou het onkruid moeten verdelgen met wortel en al. In de praktijk moet je vooraan weer beginnen als je achteraan klaar bent.”
Het echte vakwerk laat Arie over aan de vakman. Hovenier Jansen doet het snoeiwerk. En dat is maar goed ook, want snoeien bij het zwembad is een stekelig karweitje. “Om het bad groeien veel van die rode prikstruiken. Waarom die er staan is me een raadsel, want iedereen heeft er een hekel aan.” En dan lachend: “Maar misschien is dat wel juist de bedoeling: nu laat je het wel uit je hoofd om door de perkjes te lopen.”
Een horloge draagt de voormalig machinist niet. “Ik heb in mijn carrière genoeg op de klok gekeken. En de tijd vliegt als je hier aan het werk bent. Ik begin meestal rond half tien. Voor je het weet is het 15.00 uur. Dan houd ik het weer voor gezien.” Het werk in de tuin is nooit af: “We moeten al een tijdje aan de slag met wat schilderwerk, maar door de drukte is dat nog steeds blijven liggen. Van Flora hebben we een paar kratten met viooltjes gekregen. Die moeten gepoot worden. Dat valt niet altijd mee, als je bedenkt dat er overal wortels zijn van de oude bomen op en rond het terrein.”
Wat betekent het Bosbad voor je?
“Een van mijn eerste herinneringen aan het Bosbad stamt uit 1968: ik was ongeveer 10 jaar en moest diploma zwemmen. Normaal was het water groen, maar met diploma zwemmen werd het altijd ververst. Normaal was het water al fris, maar nu was het echt ijskoud. Dat schoolzwemmen was er vanaf de tweede klas lagere school. We gingen er altijd lopend naar toe. Met juffrouw Van Zanten. In mijn herinnering regende het altijd. Weber gaf zwemles.”
Het koude water heeft Arie er niet van weerhouden het Bosbad nog vaak te bezoeken. “Wij gingen in de zomer altijd naar het Bosbad. Ook toen ik zo’n 16-17 jaar was. Met de jongens van voetbal. We voetbalden dan achter op het terrein, waar nu het grote speeltoestel staat.”
Er is meer veranderd: “Het was indertijd heel gewoon dat we een grote radio meenamen. We luisterden naar radio Veronica. Top 40. En dat ging niet zo zachtjes. Tot Weber kwam: “Jongens zachter! Anders maak ik er een waterorgel van.”
Ook het nachtzwemmen kan Arie zich nog goed herinneren. “Op vrijdagavond, als het erg mooi weer was, kon je nachtzwemmen. Het zwembad bleef dan open tot ongeveer middernacht. Een aggregaat zorgde voor stroom voor verlichting. Wij gingen er altijd met het hele gezin naar toe. Het was erg gezellig.”
Het Bosbad is een ontmoetingsplek bij uitstek. Daar is Arie het mee eens. “We hebben er in de loop van de tijd veel leuke mensen ontmoet. Zo leerden we jaren geleden een familie uit Oosterbeek kennen. Bijna elk jaar zien we elkaar weer bij het Bosbad. Het is ook leuk om oude klasgenoten terug te zien. Die komen daar dan met hun kleinkinderen. Gek is dat: je ziet elkaar jaren niet en toch is het weer als vanouds.”